Soest voorbereid op nieuwe taken Sociaal Domein

Soest – De gemeente Soest bereidt haar organisatie voor op de nieuwe taken die zij per 1 januari 2015 onder haar verantwoordelijkheid krijgt.

Dit is de eerste fase van de uitvoering van het beleidsplan Sociaal Domein, dat het college na de zomer ter besluitvorming aan de raad aanbiedt. Het uitgangspunt van het plan is dat de ondersteuning op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet zich vooral richt op die mensen die het op eigen kracht niet redden.

Als de uitvoeringsorganisatie staat, zal Soest de ontwikkeling van haar visie in samenspraak met de raad en de samenleving verder vormgeven.

Het sociaal domein is in beweging: de nieuwe Wmo, Jeugdwet en Participatiewet zijn op 1 januari 2015 een feit. Dan wordt de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van deze taken. Er ligt een enorme uitdaging om deze nieuwe taken met minder financiële middelen uit te voeren. Tegelijkertijd liggen er kansen om zorg en welzijn anders en dichter bij onze inwoners te organiseren, passend bij hun mogelijkheden en persoonlijke situatie.

Van “zorgen voor” naar “zorgen dat”
Er wordt de komende jaren vooral ingezet op de eigen kracht van de mensen. Zelfredzaamheid staat voorop. Maar degene die ondersteuning nodig heeft en niet op eigen kracht of een netwerk kan terugvallen kan op de gemeente rekenen. Tevens wordt er gezocht naar meer collectieve voorzieningen in plaats van individuele. De komende jaren moeten we komen tot een beweging in het sociaal domein van “zorgen voor” naar “zorgen dat”. Deze omslag brengt een enorme verandering voor gemeente, maatschappelijke organisaties, zorgaanbieders en inwoners met zich mee.

Maatschappelijk debat
Deze omslag is niet volledig op 1 januari 2015 gerealiseerd, noch kan de gemeente daar alleen voor zorgen. De gemeente Soest ziet het als een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van gemeente en maatschappelijke partners om zorg te dragen voor een modernisering van het zorg- en welzijnsaanbod. Het antwoord op de vragen wat uiteindelijk de meest passende sociale basisinfrastructuur is voor Soest en hoe die er straks uitziet, komt uit een breed maatschappelijk debat samen met maatschappelijke partners en inwoners.

In de tussentijd gaat de gemeente Soest al aan de slag met de uitvoering van de nieuwe taken. Niet met het idee dat alles al in detail bekend is en de organisatie volledig klaar is, maar in het besef dat we de brug bouwen terwijl we eroverheen lopen. We willen ervaring opdoen en leren van die ervaringen. Maar daarbij vooral ook gebruik maken van de kennis en expertise die er is bij maatschappelijke partners en in de samenleving zelf.

Sociaal team
Naast de al bestaande gemeentelijke loketten werkt de gemeente Soest per september 2014 met een sociaal team. Het sociale team is er voor gevallen waarin sprake is van complexe zorg- en hulpvragen. In alle gevallen is er één regisseur per gezin die zorgt dat inwoners een antwoord op hun ondersteuningsvraag of vragen krijgen.

Continuïteit van zorg
Het college wil de raad in het najaar voorleggen om de continuïteit van zorg in 2015 te waarborgen.
Met de zorgaanbieders worden op dit moment afspraken gemaakt hoe zij deze zorg continueren met minder budget. Dit betekent dat we voor 2015 met grotendeels dezelfde aanbieders blijven werken. Bij die aanbieders wordt onder meer het werk voor het sociaal team ingekocht.

Soepele overgang
De raad heeft met het vaststellen van de Kadernota 2015 besloten om eenmalig voor 2015 een buffer van 2 miljoen euro te creëren. Deze buffer is bedoeld om de bezuinigingen, die niet al per 2015 kunnen worden gerealiseerd, zo nodig op te vangen en de overgang van taken binnen het sociaal domein soepel te laten verlopen.

Drie tijdslijnen
De gemeente Soest geeft in drie fases vorm aan de taken die door Rijk en provincie worden gedecentraliseerd. In 2014 buigt de gemeenteraad zich over het beleidsplan en de noodzakelijke verordeningen en wordt de organisatie verder ingericht. De tweede fase start op 1 januari 2015 en staat in het teken van het gesprek met raad, maatschappelijke partners en inwoners over definitieve keuzes die we vervolgens nog verder kunnen maken. Het in fase 1 besproken beleidsplan geeft hieraan richting.

Tenslotte kijkt het college alvast verder vooruit. Door de nieuwe taken komen inwoners en gemeente soms in een andere verhouding tot elkaar te staan. Ook dat vraagt zorgvuldig overleg met raad, inwoners en maatschappelijke partners en het gezamenlijke vermogen om samen te leren en te ontwikkelen. Of, zoals de titel van het beleidsplan Sociaal Domein luidt: ‘De brug bouwen terwijl je er overheen loopt’.