Soest – Ondanks de economisch onzekere tijden is het het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van de gemeente Soest gelukt om de uitvoering van het beleid en de projecten op koers te houden.
De keuzes die de afgelopen jaren gemaakt zijn, leiden tot een sluitende begroting. Het financiële huishoudboekje van de gemeente is weliswaar op orde, maar onduidelijkheid over de financiële gevolgen van rijksbeleid zorgt voor onzekerheid in de toekomst.
Dit stelt het college in de Kadernota 2014 (PDF-Formaat, 0,38 MB), een jaarlijks discussiestuk voor de gemeenteraad over de financiële stand van zaken van de gemeente, dat als motto meekrijgt ‘Samen verder in balans’. Op 4 juli aanstaande behandelt de raad de kadernota in de gemeenteraadsvergadering.
De kadernota helpt de gemeenteraad om keuzes in beleid te maken en doelen voor de toekomst te stellen. Daarmee geeft de gemeenteraad richting aan de meerjarenbegroting voor de periode 2014 – 2017. De door de gemeenteraad gedragen punten vormen voor het college de kaders waarbinnen het de nieuwe begroting kan maken.
‘Zonder ons op de borst te kloppen, mogen college en raad best een beetje trots zijn op de balans die we opnieuw gevonden hebben’, zegt Yvonne Kemmerling, wethouder voor onder andere Financiën en Economie, ‘maar de gemeente moet attent blijven op financieel zwaar weer in de toekomst. De rijksoverheid legt meer taken neer bij gemeenten, maar we weten nog niet precies wanneer en of er ook voldoende geld meekomt. Daarom kiest het college ook voor een behoudende koers en zal het terughoudend zijn in het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen.’
De uitvoering van het collegeprogramma voor 2010 tot 2014 met als titel ‘Soest, waar iedereen meetelt’ ligt op schema. Daarmee weet het college tevens welke ambities het nog in het laatste jaar van deze bestuursperiode moet en wil realiseren. Naast de voortzetting van de uitvoering van de lopende plannen, moet het college het hoofd bieden aan een paar forse uitdagingen. Een paar belangrijke zijn: de ontwikkeling van Soesterberg en de overheveling van taken van rijk en provincie naar gemeenten, onder andere de jeugdzorg en delen van zorgtaken die nu nog onder de Algemene wet bijzondere ziektekosten vallen. Ook de invoering van de Participatiewet, uitgesteld tot 2015, zal een forse claim leggen op het gemeentelijk apparaat.
‘Maar laten we ook blij zijn met wáár we nu zijn,’ beklemtoont de wethouder. ‘We kunnen zeker niet achteroverleunen, maar gezegd mag worden dat ondanks de economisch onzekere tijden op alle beleidsterreinen veel bereikt is. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van Soesterberg, de verbetering van de bereikbaarheid, de veiligheid, de verkeersveiligheid en leefbaarheid en de versterking van het ondernemersklimaat.
Verder is de natuur vergroot, is doorgebouwd aan voorzieningen en dienstverlening, duurzaamheid op de kaart gezet en is de kerntakendiscussie vormgegeven. En een paar laatste voorbeelden zijn: de ontwikkeling van het accommodatiebeleid en samenwerking op dat terrein, de ontwikkeling van dierenwelzijnsbeleid, de voorbereiding van de decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg.’
Wethouder Kemmerling: ‘En dát we zijn waar we zijn, hebben we mede te danken aan al die inwoners, bedrijven, instellingen en organisaties in Soest die met ons meedenken, tegengas geven of zelf zaken gaan uitvoeren of beheren. Die actieve betrokkenheid komt ten goede van de kwaliteit van ons beleid.’